Toushirou schudde langzaam zijn hoofd. Er was weer een frons op zijn hoofd verschenen. 'Ik kijk wel even,' zei hij vastbesloten. Hij klom het zwembad uit en keek de gang door toen hij eenmaal de deur door was. Hij hoorde overal mensen. Terwijl er allemaal water van hem af droop rende hij de gang door, toen hij op een gegeven moment zijn zus tegen het lijf liep. 'Rangiku? Wat heeft dit te betekenen?' vroeg hij geïrriteerd. Zij lachte schijnheilig. 'Wat? Dit? Niks hoor - Ik bedoel, pap en mam zijn weg, en in de stad was het een beetje saai. Dus ik dacht - dan haal ik de stad toch hierheen? Maak je geen zorgen joh, er zijn maar zo'n vijfhonderd man,' ratelde ze enthousiast. Toushirou's mond was al opengevallen. 'RANGIKU - DAT - MEEN - JE - NIET!' schreeuwde hij door het hele huis heen. Ondertussen druppelden er al mensen de gang in. Achter zich zag hij er een aantal nieuwsgierig naar de deur naar het zwembad toe lopen. Hij sprintte meteen weer die richting in. 'OPDONDEREN!' schreeuwde hij terwijl hij iedereen van de deur weg wilde laten lopen. Hij had een onwijze behoefte om iedereen te bevriezen. 'Dit is eh - de koelcel' zei hij zo overtuigend mogelijk terwijl hij de temperatuur wat liet dalen. De mensen liepen toen maar weer naar Rangiku toe die vrolijk met flessen vodka stond te zwaaien. Toushirou liep naar het zwembad en ging een beetje verstomd op de rand zitten. 'Niet te geloven,' mompelde hij.