Met zijn handen vol takken en stenen van ongeveer dezelfde hoogte kwam hij weer aan bij de open plek. Haastig legde hij de stenen in een rondje, en gooide hij de takken er middenin.
Hij keek er even fronsend naar, en veegde een hand langs zijn voorhoofd. Toen draaide hij zich gehaast om, en griste hij de vuursteentjes van de grond.
‘Je mag NOOIT tijd verliezen,’ dreunde de betweterige stem van Taylor door zijn hoofd.
Oh god.
Als Taylor hem nu zou zien..
Zijn blik gleed van het bloederige tafereel, naar de onhandige opzet van stenen en takjes. Hij slikte.
Maar Yuu kon elk moment terugkomen, dus hij moest snel zijn. Er was namelijk iets in zijn hoofd dat hem vertelde dat Yuu hem misschien helemaal niet meer zat was, als hij een geslaagd stukje zalm voor zijn neus kon presenteren.
Zijn oogjes begonnen weer te fonkelen, en hij balde zijn vuisten om de vuursteen.
“Dit kan ik,” sprak hij zichzelf mompelend toe, en hij ketste de steentjes tegen elkaar.
Het duurde even, maar na een paar minuten laaide er waarempel een klein vuurtje op tussen de stenen, en Seth keek er even totaal uit het veld geslagen naar.
Verdorie. Er moest zometeen wel iets heel erg fout gaan, want zijn geluk was wel extreem enorm vandaag.
Nouja. Op die bijna-dood ervaring na dan.
Met een klein grijnsje om het succes van zijn vuur, dat nu steeds groter leek te worden, keerde hij zich weer tot de zalm.
“Eh.. oke.. dus..” Hij pakte de scherpe steen weer vast, en begon wat onwennig het velletje eraf te pielen. “Zo.. ongeveer.. eh..”
Al mompelend wist hij uiteindelijk het ding volledig van zijn vel te verwijderen.
Oh god.
Dit zag er echt totaal anders uit dan het perfecte ding dat Taylor had weten te produceren.
Zijn gezicht betrok, maar hij besloot dat hij beter het hele ding zo snel mogelijk op het vuur kon gooien. Hij kwam haastig overeind, viste het stukje vlees tussen duim en wijsvinger tussen de bloederige troep vandaan, en legde het op de andere steen.
Een beetje beteuterd sleepte hij het hele geval naar het vuur, en met veel moeite wist hij het uiteindelijk erbovenop te zetten, al balancerend op de kring stenen die om het vuur heen stond.
Hij keek er even naar, met een uitdrukking die varieerde van “oh god sta me bij” naar “het is me verdorie nog gelukt ook!”
Pas na een paar minuten herinnerde hij zich weer waar hij was, en dat Yuu waarschijnlijk elk moment kon aankomen. Haastig keerde hij zich om, en sleepte de bloederige steen naar het water, waar hij het moeizaam insleepte. Na het te hebben ontdaan van allemaal smerige bloedresten sleepte hij het weer terug naar zijn fantastische oer-werkplek.
De tijm sneed hij voorzichtig fijn, terwijl hij zich totaal niet van bewust was dat de avond langzaam begon in te vallen, en dat de geur die van het vuurtje afdwarrelde zich geweldig aan wist te sluiten aan de sfeer van de plotse schemering.