Kamer 7302 - van Lily Jenna Mella en Moon

Lily sleepte haar koffer mee door een lange gang.
Ze had haar mantel nog aan en haar kap viel over haar gezicht.
Ze keek op de brief die ze nog in haar hand had.
Ze moest bij kamer 7302 zijn.
Ze liep langs de kamers.
7298, 7299...
Ze keek alvast verder de gang door.
Daar, bijna aan het eind...
Ze liep door de gang naar de kamer waar hetzelfde nummer opstond als op haar brief.
Ze keek naar de deur.
Zij had geen sleutel, en ze hoopte dat haar kamergenootje al binnen was.
Aarzelend bracht ze haar hand naar de deur en klopte.

Moon kwam langzaam aanwandelen door de gang. Ze zou op haar kamer haar tas nu wel eens eindelijk moeten uitpakken. Plots zag ze Lily voor hun deur staan, en snel holde ze naar haar toe.
'Sorry! Ik wist niet dat je hier al was', zei Moon terwijl ze de sleutel uit haar zak viste.
'Ik heb ook jouw sleutel binnen liggen.'
Ze zwaaide de deur open. 'Welkom in ons holletje!' Gniffelde ze.

Lily liep stilletjes de kamer binnen.
Het grote raam liet veel licht binnen, waardoor de kamer een vriendelijke uitstraling had.
Zonder echt voor zich te kijken liep ze verder.
Ze keek aarzelend naar Moon.
Haar rugzak liet ze zachtjes op de grond neerkomen en met een snel gebaar liet ze de kap van haar mantel afgleiden.

Moon liep achter Lily de kamer in, en plofte op haar bed. Dan zag ze Lily aarzelen. 'Enneh, wat vind je ervan?' Onverstoorbaar ging ze voort. 'Ik vind het eerlijk gezegd nogal licht. Zou je het erg vinden als ik de gordijnen vanacht dichtdoe? Ja sorry, anders doe ik echt geen oog dicht. Ik word hier altijd wakker met hoofdpijn, snap je. Nou ja, op Ayao wist ik nog niet eens wat hoofdpijn was, en hier heb ik nog geen moment zonder hoofdpijn gehad.' Jeetje. Wat was er met haar aan de hand? Dit was de langste monoloog die Moon in haar hele leven van haarzelf had gehoord. Vragend keek ze naar Lily.

Lily liep naar het andere bed.
Ze keek Moon weer aan.
Toen knikte ze.
'Goed...'Zei ze.
Het klonk schor.
Ze voelde zich een beetje ongemakkelijk, maar minder dan normaal.
Ze glimlachte voorzichtig naar Moon en keek toen weer snel weg.