Yuu zag de stenen aankomen. Hij begon het een beetje irritant te vinden dat hij zelf niet echt de tijd kreeg om een mooie aanval te creëren. Hij wilde eigenlijk al de hele tijd een fatamorgana creëren zodat het leek alsof hij er helemaal niet meer was, maar nu kreeg hij daar niet echt de tijd voor. Al helemaal niet toen hij met stenen bekogeld werd. Het lukte hem om er twee te vangen. Hij voelde de tenen zijn vingers zo'n beetje breken maar hij gaf niet toe. Hij rolde over de grond, kreeg drie stenen tegen zijn rug en één tegen zijn hoofd en ging toen weer overeind staan. Zijn hoofd duizelde en hij kon helemaal niet goed zien waar Yumiko stond. Ook zijn rug deed ongelofelijk pijn en hij durfde niet meer volledig rechtop te gaan staan. Hij hield zijn rug gebogen en knipperde een paar keer met zijn ogen. Yumiko was op tien verschillende plaatsen. Nu werd hij wel een beetje kwaad.
'Gooi verdomme geen stenen tegen mijn kop!' riep hij kwaad. Hij verzamelde al zijn macht en stuurde zijn magische energie naar zijn handen. De stenen begonnen rood te gloeien van hitte. Met een slingerworp gooide hij een steen richting één van de tien Yumiko's die hij zag, hopende dat het de goeie was. De andere steen gooide hij naar een ander, niet wetend dat de Yumiko die hij dacht te zien eigenlijk Toushirou was.
'Gooi verdomme geen stenen tegen mijn kop!' riep hij kwaad. Hij verzamelde al zijn macht en stuurde zijn magische energie naar zijn handen. De stenen begonnen rood te gloeien van hitte. Met een slingerworp gooide hij een steen richting één van de tien Yumiko's die hij zag, hopende dat het de goeie was. De andere steen gooide hij naar een ander, niet wetend dat de Yumiko die hij dacht te zien eigenlijk Toushirou was.