Het bleef een tijdje stil, totdat Hikari de stilte verbrak met een schaterende lach. 'CECILTJE, WAT EEN GILLER WHAHAHAH!' riep hij uit. De heerseres keek bedenkelijk naar Cecilio. Een bezorgde frons vormde zich op haar hoofd. Cecilio, die nog altijd alleen zijn hoofd om de deur had gestoken keek het meisje met kille ogen aan.
'Nee Cecilio dat doe je niet,' zei de heerseres streng. Ze keek naar Rusine. 'Wat een bijster interessante manier om onze lieve heer des kwaads gedag te zeggen. Die moet ik onthouden,' merkte ze toen op en ze wreef even over haar kin.
Cecilio, die zijn handen in de deurpost geboord had telde tot tweeduizend in zijn hoofd voordat hij genoeg tot rust was gekomen om de deur met een enorme knal dicht te slaan. Hikari lachtte Rusine nog altijd uit, maar de heerseres wenkte hem dat hij mee moest komen.
'Doe zoiets nooit meer, Rusine,' zei ze streng en daarna verdween ze samen met Hikari in het niets.