Lichtelijk afwezig mompelde ze iets naar Toushirou wat moest lijken op een bevestiging van zijn opmerking. De hagel was omgeslagen in een heftige regen. Op een vreemde manier fascineerde het Yumiko hoe de lucht en de aarde eruitzagen tijdens een stortbui. Ze kon zich niet inhouden, stond op en gooide het vest richting Toushirou voor ze in de regen stapte. De druppels vloeiden over haar gelaat, en later over heel haar lichaam. En het raarste was nog dat ze het heerlijk vond. Dat ze helemaal doorweekt was, daar dacht ze niet eens aan.