NIEUW.
----------------------
Toushirou kwam in pak zijn kamer in, het boekje in zijn rechter hand geklemd. Hij gooide zijn colbertje en het boekje op bed en liep naar de badkamer. Hij keek in de spiegel en zag dat zijn masker nog aan de zijkant van zijn hoofd zat. Hij gooide het af en hield zijn hoofd onder de kraan. Yuu spookte door zijn hoofd en hij wist niet waarom. Hij voelde zich nog rotter omdat hij zijn zelfbeheersing had verloren.. Hij droogde zijn gezicht af met een handdoek en liep naar zijn bed. Daar lag het boekje dat Yuu naar hem had gegooid nog, roerloos. Hij ging op bed liggen en duwde zijn hoofd in het kussen. Het was allemaal zo dom. Hij kwam overeind en streek zijn natte haar naar achter. Hij pakte het boekje en ging in kleermakerszit op het bed zitten. Na even te aarzelen sloeg hij het open. Het leek op een dagboek, maar met een andere tint. Het waren een soort poëtische teksten, die elk een datum hadden. Nieuwsgierig bladerde hij er doorheen, tot hij bij een bericht van vandaag kwam. Hij begon te lezen.
Het is voorbij.
Mijn gevoel heeft me verlaten,
Mijn hoofd denkt niet meer na.
Ik voel een immense kracht van binnen,
Ik wil alles kapot slaan.
Het spijt me,
Het spijt me zo.
Ik wou dat je me nooit ontmoet had,
Dan had ik nooit geluk hoeven voelen, dan had ik nooit een weg naar buiten gezien.
Nu is de deur weer dicht, en hoe hard ik ook bonk,
Hij zal nooit meer open gaan.
Hij slikte. Toen hij afscheid nam van Yuu wist hij dat Yuu het niet leuk vond, maar hij wist niet dat het hem zo had aangegrepen, of hij had er gewoon nooit over nagedacht. Hij sloeg het boekje dicht en legde het in een la van zijn nachtkastje die op slot kon. Hij kreeg een plaatsje bovenop het dagboek van Megumi. Toushirou stond op. Hij keek naar buiten en zuchtte. Hij wist dat hij Yuu een excuses verschuldigd was, al wilde die hem waarschijnlijk niet eens meer aankijken. Eenmaal besloten dat hij toch een poging ging wagen pakte hij zijn colbertje en liep hij de deur uit.