NEW NEW NEW
Met een nadenkende frons zakte Seth neer op zijn tas, en staarde hij even in het duister. Yuu was er niet. Nog steeds niet. Waar was hij heen? Terwijl hij bedachtzaam op zijn lip beet, gleed zijn blik naar de ingang van de tent: nog steeds niemand. Langzaam begonnen er kleine regendruppels tegen het tentdoek te vallen, als een soort symfonische ironie die uit de hemel kwam vallen. De regen, die inmiddels zijn humeur begon te symboliseren, begon steeds harder tegen het tentdoek te roffelen. Geïrriteerd, gestresst en zenuwachtig stond hij op en begon hij te ijsberen.
Hij wierp een schuine blik op zijn horloge, wat hij beter niet had kunnen doen. Niet alleen merkte hij vaagjes dat het al meer dan twee uur geleden was sinds hij Yuu voor het laatst had gezien, ook voelde hij een steek in zijn middenrif belanden. Zijn horloge riep herinneringen bij hem op, die hem deden fronsen, maar ook wel een beetje deden glimlachen. Hij wreef even over het glas en voelde hoe hij met de aannemende stroom regen en herinneringen Yuu's aanwezigheid steeds meer begon te missen.
Plots hief hij zijn hoofd op, toen er een immense angst door zijn lichaam sneed.
Wat als Yuu niet kwam, omdat hij gewond was?
Straks was hij... Hij slikte en zijn ogen werden groot. Hij balde zijn vuisten en keek verwoed in het rond. Yuu moest nu komen. Meteen.
Zijn hart begon harder te bonken en zijn ademhaling werd zowel luid als onregelmatig.
Paniekerig luisterde hij een seconde naar de inmiddels hevig tokkelende regen, voor hij een besluit nam.
Zonder een regenjas te stappen deed hij de rits van de tent open, en schoot hij de nacht in.