'Ow, en jij denkt dat ik de deur niet open kan krijgen als ik dat wil?' zei Carter door de deur heen. Hij viste zijn portomonnee uit zijn zak en haalde er een penny uit. Hij tikte er even mee tegen de deur.
'Je kent het trucje met het muntje toch wel?'
'Je kent het trucje met het muntje toch wel?'