Met twee volle weekendtassen slofte Michiyo over de gang, op zoek naar de kamer die haar was aangewezen. Ze liet ze tassen op de grond ploffen toen ze eenmaal voor de deur stond en zocht naar de sleutel. 'Pokkeding,' mompelde ze, terwijl ze haar jaszakken doorzocht. Toen ze hem éindelijk had gevonden stak ze hem in het slot en deed ze de deur open. Ze sleurde de tassen de kamer in, en deed een poging ze op het bed te krijgen, wat na veel gedoe en gevloek ook lukte. Met een diepe zucht liet Michiyo haar blik door de kamer glijden. Het was niet al te groot, maar goed ook, minder ruimte om zooi te maken. Haar blik viel op de roze muur. 'Wat schattiiiig!' Haar stem klonk bij deze uitspraak nog hoger dan dat ie normaal deed. Met een tevreden glimlach liet ze zich op haar bed neervallen.